|
De verdediger uitspelen.
Aandacht geven aan het helpen van de speler die in balbezit is:
Stel je zodanig op dat er geen risico is dat de pass onderschept kan worden (geen tegenstander tussen de speler in balbezit en de spelers zonder bal).
De juiste afstand houden in relatie tot het spel: niet te ver en niet te dicht bij de speler in balbezit staan.
- vrije ruimte voor jezelf maken.
- vrije ruimte maken voor de speler in balbezit of een andere medespeler.
Benodigde materialen: ballen, pilonnen, hesjes (3 kleuren).
|
|
|
Drie tegen twee aanvalsgolven:
De teams bestaan uit 3 spelers.
Het rode team (3 spelers) valt aan tegen het blauwe team (2 spelers en 1 keeper). Het gele team wacht in het midden.
Als het spel over is gaat het blauwe team naar het midden en wacht daar. Het rode team gaat verdedigen en het gele team wordt het aanvallende team.
Als een verdediger de bal verovert moet de bal gespeeld worden naar een van de spelers van het wachtende team.
Aanwijzingen:
- de balbezitter moet actie ondernemen tegen de defensie
- de spelers zonder bal moet zich verspreiden om ruimte te creeeren.
|
|
|
|
|